DE STANDAARD
Eldorado lag in Wallonië
* dinsdag 05 januari 2010
*
* Auteur: MARC REYNEBEAU
* De Vlamingen van Hocquet in La Louvière hadden hun eigen verenigingen.off world
* Beeld van de skyline van Charleroi. De ooit bloeiende industrie daar lokte duizenden Vlaamse immigranten.off world - tim dirven
* Arbeiders in Wallonië: wat indertijd een voordeel was voor de industriële reus, werd achteraf een nadeel.off world - tim dirven
De Vlamingen van Hocquet in La Louvière hadden hun eigen verenigingen.off world
BRUSSEL - CLOSE-UP TV-SERIE CONFRONTEERT VLAANDEREN MET MIGRATIEVERLEDEN In een driedelige tv-reeks vertellen Pascal Verbeken en Luckas Vander Taelen het verhaal van de Vlaamse migratie naar Wallonië. Het is een ongemakkelijke geschiedenis voor iedereen.
VAN ONZE REDACTEUR
PS-vice-premier Laurette Onkelinx is niet geliefd in radicaal-Vlaamse kringen. En toch is haar vader Gaston een ‘zuivere' Limburger, die in 1953 naar het Luikse verhuisde en daar carrière maakte in de socialistische beweging.
Hij is een van de vele getuigen diehet verhaal vertellen van Arm Wallonië, een driedelige documentaire. De tv-serie is het werk van de Humo-journalist Pascal Verbeken, die in 2006 al een indrukwekkend boek met dezelfde titel publiceerde, en van de tv-maker en Groen!-politicus Luckas Vander Taelen.
De serie vertelt over de honderdduizenden Vlamingen die vanaf de negentiende eeuw in het geïndustrialiseerde Wallonië op zoek gingen naar een beter leven. Ze trokken als migranten naar dat Eldorado, of als pendelaars of alsseizoensarbeiders in de landbouw, terwijl anderen er zich, vooral rond de Tweede Wereldoorlog, als boer vestigden.
Verbeken en Vander Taelen stellen hun serie voor als een antwoord aan Auguste De Winne (let op de naam), een Franstalige so-cialistische journalist die in 1902 in een ophefmakende reportage de miserie van ‘Arm Vlaanderen' beschreef.
‘De geschiedenis van België is als een soap', zegt Pascal Verbeken. ‘Als je maar lang genoeg wacht, keert alles terug.' Indertijd verkeerde Vlaanderen in verval en was het industriële Wallonië het Eldorado, ‘waar ze ook sakkerden dat ze moesten mee betalen voor de Vlaamse crisis en dat die kroostrijke Vlaamse gezinnen zoveel kostten aan kindergeld'.
Zelfbeeld
Vanaf het midden van de jaren zestig keerde het tij. ‘Maar doet Vlaanderen het vandaag wel zo goed?' vraagt Verbeken zich af. ‘We maken onszelf wel graag wijs dat we excelleren in allerlei spitssectoren, maar als je die elk apart eens goed bekijkt, zie je dat we daar soms amper de middelmaat halen.' Alles is relatief; de documentaire eindigt met de piekende werkloosheidscijfers in het hedendaagse Vlaanderen.
Zo houdt het verhaal van de weinig bekende en vaak als een curiosum weggewuifde Vlaamse migratie naar Wallonië zowel de Vlamingen als de Walen een spiegel voor. Doorheen de verhalen groeien onnadrukkelijk erg herkenbare beelden die de historische anekdote overstijgen, onder meer over de menselijke verwevenheid van Vlamingen en Walen als gevolg van die migratie, of over de betrekkelijkheid van zelfbeelden die beide landsdelen over zichzelf construeren.
‘Die migratiegeschiedenis kan perspectief brengen in het migratiedebat dat nu in Vlaanderen ergschreeuwerig wordt gevoerd', meent Verbeken. Want de Vlaamse migratie verschilt niet van andere migraties: het gaat om mensen die armoede en uitbuiting ontvluchten en het geluk zoeken waar het te vinden is. Maar die daar ook met argwaan en misprijzen werden ontvangen.
‘Daaraan worden de Walen niet graag herinnerd,' aldus Verbeken, ‘want dat strookt weer niet met hun eigen zelfbeeld als open en kosmopolitische regio.'
De Vlaamse migranten walloniseerden vanzelf. ‘In de documentaire vertelt iemand in plat Antwerps hoe je in Charleroi of La Louvière echte Vlaamse wijken met Vlaamse cafés had', vertelt Verbeken. ‘Vlaams' was de taal voor thuis of op straat, zoals er lang ook het Waalse dialect werd gesproken. Maar met de verspreiding van de televisie zijn al die dialecten ook op straat door het Frans verdrongen.
Een sterk merk
Pascal Verbeken: ‘Wallonië was een “sterk merk” van moderniteit en vooruitgang. Immigranten namen dus de sociale en culturele kenmerken over van de groep waartoe ze wilden behoren. Wie vooruit wilde in het leven, was het geraden om Frans te spreken. Dat was natuurlijk ook de taal van de macht en het geld en daar ging een intimiderend effect van uit. Op school werden kinderen vanzelf naar het Frans geleid. Wie zijn nieuwgeborene de naam Helena wilde geven, kreeg bij de burgerlijke stand al snel de raad om daar Hélène van te maken. En de Waalse politici wilden vermijden dat er Vlaamse taaleilanden zouden ontstaan in Charleroi of Montignies-sur-Sambre, waar al gauw een zesde van de inwoners Vlaams was.'
Bij zijn rondreis van een eeuw geleden door Vlaanderen kwam Auguste De Winne tot de conclusie dat de Vlaamse achterlijkheid van toen allemaal de schuld was van het katholicisme. En in Wallonië die van het socialisme?
‘Dat is stof voor het debat rond deze serie', zegt Pascal Verbeken. ‘Zeker is: al wat indertijd een voordeel voor de industriële reus Wallonië was, werd achteraf een nadeel. De enige Vlaamse stad met een industrieel verleden dat vergelijkbaar is met dat van Wallonië, Gent, kent vandaag gelijkaardige sociale problemen.'
‘Een grote verantwoordelijkheid ligt bij de financiële groepen die Wallonië in de steek lieten toen de industrie daar niet meer rendabel was. Maar de politiek liet zeker te lang na om te doen wat moest worden gedaan.'
‘De neiging groeit om maar over het verleden te zwijgen. En het is natuurlijk fijn, zoals ook de media graag doen, om te praten over la Wallonie qui gagne, maar de nieuwe technologieën die er zich vestigen, kunnen nooit de werkloosheid opvangen. Dat 21,4 procent van de Waalse kinderen in armoede wordt geboren, tegenover 11 procent in Vlaanderen, dat is verpletterend, daar kan je niet naast kijken.'
‘Arm Wallonië, een reis door
het beloofde land', op 5, 12 en
19 januari, Canvas, 22u.