particratie blokkeert de politiek
http://www.annbrusseel.be/bericht/de-particratie-blokkeert-de-politiek#.To7A5T57odM.twitter7-10-2011
Ann Brusseel schreef een opiniestuk voor Liberales over particratie versus democratie en het politieke mandaat.
We zijn van een democratie geëvolueerd naar een particratie. Het teveel aan macht van de partijen is niet altijd in het voordeel van de burger. Een partij is een ingewikkelde machine, met veel verborgen schakels.
De kwestie van de opstapregelingen en lonen van politici riep de voorbije weken veel vragen op. Volgens mij echter nog net iets te weinig. Het gaat voor mij immers niet alleen over centen en ethiek, maar ook over onze democratie en hoe we willen dat die eruit ziet. Politici zijn kop van jut geworden. Niet verwonderlijk: België is ondanks haar welvaart verzand geraakt in een impasse door toedoen van oeverloze communautaire discussies die de burger tot niets dienen, integendeel. Elke Belg zal opdraaien voor de schade die we sinds juni 2010 oplopen. De bende caractériels die meer dan een jaar niet met de sociale en economische realiteit bezig waren maar wel met BHV gaan burgers en ondernemingen een pak geld kosten. Los van de financiële consequenties is de aard van de impasse buitengewoon bitter. Ons land ligt in het hart van Europa.
De Europese Unie telt meer gemeenschappen dan lidstaten en ons land – nota bene één van de stichtende lidstaten die de hoofdstad van de Unie levert – slaagt er niet in haar twee grootste gemeenschappen te doen samenleven zonder rancune en onbegrip. Pijnlijke ironie. Wat een voorbeeld! Alleen de Belgische en vooral tal van Vlaamse politici zien niet hoe slecht ons imago in het buitenland wordt en hoezeer we onze geloofwaardigheid verliezen binnen machtige internationale organisaties.De Belgische politiek moet werken aan haar geloofwaardigheid. Als jong parlementslid wil ik daarom een diepgaand debat over ons mandaat, niet alleen over ons loon. U leest het goed: een mandaat, geen beroep, hoeveel beroepspolitici er ondertussen ook mogen rondlopen. We hebben het mandaat van de burger om hem/haar te vertegenwoordigen in organen die de uitvoerende macht moeten controleren en die wetgevend werk moeten leveren in het belang van de burger en het land. Maar vertegenwoordigen wij nog onze kiezers of dienen we eerder onze partijen? De vraag stellen is ze beantwoorden.
We zijn van een democratie geëvolueerd naar een particratie. Het teveel aan macht van de partijen is niet altijd in het voordeel van de burger. Een partij is een ingewikkelde machine, met veel verborgen schakels. De volksvertegenwoordiging dient echter transparant te zijn. Desondanks zijn veel politici meer afhankelijk geworden van hun partij dan van de democratische logica. Het is de partij die bepaalt of ze bij volgende verkiezingen nog kandidaat mogen zijn en of ze een min of meer verkiesbare plaats krijgen. Kortom, een geëngageerd parlementslid dat zich te scherp uitlaat over thema’s die voor de partij gevoelig liggen, riskeert vroeg of laat zijn/haar mandaat.
Dit brengt ons meteen bij de achilleshiel van de huidige Belgische politiek. Wie is nog voldoende kritisch in het parlement, zeker wanneer het een lid van de meerderheid betreft? Controleert hij/zij werkelijk de regering of stelt hij/zij vragen die vooraf met de kabinetten afgetoetst werden?
Ten tweede zit België al jaren opgescheept met communautaire problemen, die geëscaleerd zijn door een deel van de politieke klasse die in de regioparlementen steeds voor eigen kerk preekt. Velen onder hen hebben geen voeling met België als entiteit. Voor onoplosbare problemen verwijst men frequent naar ‘de anderen’. Denk maar aan de fameuze resoluties die het Vlaams parlement stemde met betrekking tot federale bevoegdheden en onderhandelingen die met de Franstaligen moeten gevoerd worden. Stoer, dat wel. Zo is de voorbije jaren een flamingante onderstroom gegroeid in de meeste partijen, die gebiologeerd zijn door de electorale kracht die voortkomt uit de verdediging van ‘Vlaanderen’ als deus ex machina voor alle problemen op Belgisch niveau. Nu is de Belgische institutionele constructie wel bric-à-brac, waardoor men vaak naar een andere entiteit kan verwijzen voor een deel van de oplossing. Toch is het afschuwelijk simplistisch te stellen dat België het probleem is. Maar een simpel discours levert meteen een pak stemmen, zeker als je kiezers zich maar aan één kant van de taalgrens bevinden.
Welke politicus/a durft nu het krakkemikkige institutionele werk dat de voorbije decennia door alle traditionele partijen geleverd werd aan de kaak stellen? Wie wil met creativiteit en open geest alle taboes opzij schuiven en een alternatieve, moderne en vooral transparante structuur voor ons land voorstellen? Een echte lefgozer, want zijn of haar partij zal niet meestappen in een 21ste-eeuws verhaal dat heilige huisjes omver schopt door het verleden ‘te negeren’. En dan zie je dat partijen – niet elke individuele politicus – een belemmering zijn van onze democratie. Ik hou veel van mijn partij en vooral van het liberalisme. Partijen bieden een ideologisch kader – zowel voor de burger als voor de mandataris – en ze veruiterlijken een maatschappelijke beweging. Ik ben dus niet tegen partijen, maar het probleem is dat ze tegenover hun kiezers bang zijn om toe te geven dat ze fouten gemaakt hebben. Het is electorale angst die de politici weerhoudt om na 20 jaar te zeggen dat de Vlaamse assertiviteit toch niet zo’n slimme zet was. Dat elke staatshervorming de kiemen in zich had van nieuwe problemen. Nochtans, missen is menselijk. Volharden is des duivels.
Het meest uitmuntende voorbeeld van het overgewicht van de particratie is het dossier van de splitsing van BHV. Onder de individuele volksvertegenwoordigers waren de meningen behoorlijk verdeeld: sommigen hadden geen mening, anderen hadden zeer uiteenlopende meningen en sommigen kenden de precieze consequenties van een splitsing zelfs helemaal niet. De partijen klonken echter unisono. Lange tijd wilden alle Vlaamse partijen samen de mensen doen geloven dat BHV over het stemrecht van de Franstaligen in Vlaanderen ging en dat de splitsing van die kieskring de verfransing zou tegenhouden. Niet dus. Niemand heeft zich echter de moeite getroost om het BHV-dossier correct uit te leggen aan de kiezer, elke partij was te bang dat een rationeel discours niet gesmaakt zou worden. In plaats van een goed inhoudelijk debat kregen de burgers een eindeloze pingpongmatch voorgeschoteld vol non-argumenten. ‘Op je strepen staan’ was de enige boodschap van elke partij. Door hun onmacht en onkunde in één specifiek dossier zo lang te laten aanslepen, delven politici hun eigen graf. Want de bevolking raakt dit moe. Men kan niet aanvaarden dat we dik betaald worden voor al dat geklooi. De patstelling is compleet: de particratie zorgt voor blokkeringen in de politiek. Die blokkeringen zorgen ervoor dat niemand nog respect heeft voor ons statuut, laat staan voor de vergoedingen die gepaard gaan met ons mandaat. Het volledige plaatje wordt niet bekeken.
Het hierboven uiteengezette mechanisme toont duidelijk aan dat een parlementslid meer dan ooit onafhankelijker moet kunnen werken en duidelijke standpunten moet durven en kunnen innemen. Een parlementslid moet echt over de vrijheid en de financiële middelen beschikken om zich op sommige momenten redelijk onpopulair te maken, in belang van het democratisch debat. Maar wat kost het om de burger goed te vertegenwoordigen? Ten eerste leveren politici vaak jaren inspanningen – ook financiële – vooraleer ze verkozen raken in een degelijk betaald mandaat. Campagnes kosten veel en zijn niet te vergelijken met een doorsnee sollicitatie op de arbeidsmarkt. In landen waar politici slecht betaald worden, heerst behoorlijk veel corruptie. Een loon moet, ten tweede, correct zijn en in verhouding staan tot het geleverde werk en de verantwoordelijkheden die bij de functie horen. Daarom is mijn inziens de kern van de kwestie er één over de aard van ons mandaat als volksvertegenwoordiger. Het is dus echt tijd voor een mentaliteitswijziging. Om te beginnen bij de politici zelf, maar ook bij de media en bij het breder publiek. Zoals vaak is de oorzaak van een imagoprobleem niet het loon van de functie, maar het werk dat je ervoor verricht.
Ann Brusseel - Vlaams volksvertegenwoordiger[b][u][i]