Het is goed ook nog eens goede artikels in DS te lezen. Meestal gaan die dan over economie of buitenlandse politiek, zoals deze van Bernard Bulcke:
26 mei 2009
Waarover het niet gaat in de campagne
Ik hoorde het José Manuel Barroso al meerdere keer zeggen: 'veel erger dan het eurosceptiscisme is het europessimisme van degenen die wel in Europa geloven.' Barroso rekent daarmee in de huidige campagne af met de politici, journalisten of ngo's die ontgoocheld zijn over het gebrek aan vooruitgang in de Unie en vooral met diegenen die dat toeschrijven aan de zwakke prestaties van zijn Commissie.
Barroso heeft een punt. Er wordt in de vele debatten tijdens de campagne veel kritiek geüit op Europa terwijl het essentiële allicht uit het oog wordt verloren.
Maar niet Barroso verdient daarbij de pluimen. Wel mensen als Jean-Claude Trichet (foto Raad) , de voorzitter van de Europese Centrale Bank. Hij is tot nu de rots in de branding, de stille werker die in het campagnegeweld weinig of niet aan bod komt. Net zo min overigens als Philippe Maystadt, de voorzitter van de Europese Investeringsbank. Zonder hen zou Europa er allicht bij liggen zoals vele straten na de storm van afgelopen nacht. Het zijn dat soort mensen waarover ook Barroso weinig spreekt omdat hij naast hen in het niets verzinkt.
Ik herinner me levendig die zaterdagmiddag van 13 september 2008 in het Congrescentrum van Nice. Jean-Claude Trichet zat er bij als een wrak tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Financiën van de EU. De hele nacht had hij aan de telefoon gehangen met Washington waar het Lehman-imperium verging. Trichet zweeg. Maar hij wist wel waarom.
Ongelukken zoals met Lehman Brothers zijn hier vermeden. De euro hield tot nu goed stand tegen de tsunami die er tegenaanbeukte. En dat was vooral dankzij het alerte maar discreet reageren van Trichet en zijn ECB.
Dat dergelijke rampen hier vermeden zijn heeft er toe bijgedragen dat Europa zich in deze crisis als economische supermacht liet erkennen, niet alleen van buitenuit (onder meer in de VS hebben ze grote ogen getrokken) maar ook van binnenuit in de EU, waar degenen die niet in de euro wilden, nu op de blaren zitten en niets liever vragen dan snel toe te treden. Dat zijn dingen die we in de vele debatten die nu over Europa gevoerd worden, niet zien. Omdat het misschien allemaal zo evident lijkt. Maar dat is het zeker niet.
Onder druk van de euro en het monetaire systeem, zijn er in de economische repliek van de lidstaten op de crisis, grote ongelukken vermeden. Er zijn weliswaar duidelijke aarzelingen geweest in onder meer Duitsland en Frankrijk. Maar uiteindelijk hebben de regeringen van de grote EU-economieën er voor gekozen om hun beleid Europees op mekaar af te stemmen (te 'coördineren') en om zich min of meer aan de afspraken te houden, al kon het veel beter indien de Commissie-Barroso haar rol had gespeeld. Duitsland, de grootste in de EU, heeft ervaren hoe sterk zijn economie afhankelijk is van de rest van de Unie. Berlijn heeft zeer zuinig gereageerd. Maar er zijn daar ook enkele opmerkelijke verklaringen afgelegd over het behoud van de Europese solidariteit. De orthodoxe minister van Financiën, Peer Steinbruck, heeft in het heetste van de crisis verklaard dat Duitsland geen enkel euroland zou laten failliet gaan. Zonder overdrijven is dat, politiek gesproken, zonder meer een historische uitspraak. Hij heeft ze afgelegd onder druk van de ECB. Een mooier bewijs van de definitieve verankering van de economieën kan nauwelijks gevonden worden. De politieke gevolgtrekkingen moeten nu nog komen. Maar Steinbrucks signaal is een van de weinige dat het niet anders zal kunnen. Het heeft de druk op de eurozone doen afnemen en de solidariteit in de Unie versterkt, ook tegenover de voormalige oostbloklanden.
Dat kwam overigens geen minuut te vroeg, omdat ook China tijdens deze crisis openlijk zijn planetaire ambities heeft laten zien op economisch vlak. Afgelopen herfst had het hele systeem rond de euro kunnen instorten. Maar omdat dit niet gebeurde, is vermeden dat de tandem VS-China de wereldeconomie in handen zou nemen. Europa heeft zich op wereldschaal weten te verankeren in het quartet dat de komende jaren de wereldeconomie zal leiden: de VS, China, Japan én de EU.
Dat het systeem, hoe rudimentair het ook is, heeft gewerkt, is in de eerste plaats te danken aan de structuur van de monetaire unie. Die is uitgesproken federalistisch, met de Europese Centrale Bank als spil. Het heeft de voorbije maanden zijn stressbestendigheid bewezen, los van eender welk politiek EU-voorzitterschap en los van de Europese Commissie. Het is Trichet die in de weken van financiële stress meerdere video- en teleconferenties organiseerde waarop binnen de kortste keren, met de 27 centrale banken, een beslissing kon genomen worden als dat moest. Dat steekt schril af tegen bijvoorbeeld de totaal mislukte topbijeenkomsten van de chefs van de grote EU-landen die dachten dat zij de leiding in handen moesten nemen. Ze waren er niet toe in staat.
Het is merkwaardig dat de publieke opinie binnen Europa dat succesrijke optreden in de financiële crisis niet naar waarde schat.
* Bernard Bulcke om 19:46