Zopas heeft het Duits grondwettelijk hof een belangrijk arrest geveld over het Lissabon-verdrag. De interpretatie is niet eenduidig, maar het is duidelijk dat de grens van de Europese macht is bereikt, wat Duitsland betreft.
FAZ:
Urteil zum Lissabon-Vertrag
„Keine Ohrfeige aus Karlsruhe“
Das Grundgesetz verlangt Mitsprache von Bundestag und Bundesrat bei europapolitischen Entscheidungen
01. Juli 2009 Der Deutsche Bundestag wehrt sich gegen Vorwürfe, er habe die Ratifizierung des EU-Vertrags von Lissabon verzögert. Der Vorsitzende des Europa-Ausschusses im Bundestag, Krichbaum (CDU), wies im Gespräch mit der Frankfurter Allgemeinen Zeitung den Vorwurf zurück, die Entscheidung des Bundesverfassungsgerichts sei eine Ohrfeige für die Abgeordneten.
Das Parlament habe bereits durch eine Zusatzvereinbarung jene Mitsprache bei europapolitischen Entscheidungen gehabt, die nun von den Richtern in Karlsruhe angemahnt worden sei, sagte Krichbaum. Diese Mitsprache werde jetzt noch während der Sommerpause in einem komplett neuen Begleitgesetz verankert. Krichbaum verbat sich hierfür jede Formulierungshilfe der Bundesregierung.
„Geradezu ideale Entscheidung“
Auch der FDP-Vorsitzende Westerwelle rechnet mit einer raschen Anpassung des Begleitgesetzes zum EU-Reformvertrag. Es werde interfraktionelle Gespräche geben, kündigte er an und gab sich zuversichtlich, dass sich die Parlamentsmehrheit rechtzeitig auf einen neuen Gesetzentwurf einigen werde. Er lobte die „geradezu ideale Entscheidung“ des Bundesverfassungsgerichts. Damit seien die Rechte des Parlaments gestärkt worden.
Der SPD-Fraktionsgeschäftsführer Oppermann sagte, es sollten alle im Bundestag vertretenen Fraktionen an dem Gesetzentwurf mitarbeiten können. Das Parlament werde nur eine „unechte Sommerpause“ haben, auf die Parlamentarier komme bis zur Sondersitzung des Bundestags am 26. August viel Arbeit zu. Bundesinnenminister Schäuble (CDU) sagte, dass sich durch das Urteil im europäischen Alltag wenig ändern würde. Nur in Fällen, in denen es um die Übertragung neuer Kompetenzen auf die EU geht, müssten Bundestag und Bundesrat wie bisher auch beteiligt werden, sagte Schäuble im Deutschlandfunk.
Bei deutschen Politikern in Brüssel und Straßburg stieß das Urteil auf unterschiedliche Reaktionen. Der Präsident des Europäischen Parlaments, Pöttering (CDU), sagte, nun sei der Weg frei für die Ratifizierung des EU-Reformvertrags auch in anderen Ländern. Die Karlsruher Entscheidung sei ein „sehr gutes Signal und eine Ermutigung für die Länder, deren Unterschrift noch fehlt“.
Pöttering sagte der Zeitung „Hannorversche Allgemeine“, er rechne damit, dass der Vertrag bis Ende des Jahres von allen Mitgliedstaaten ratifiziert sein werde. Auch der deutsche EU-Industriekommissar Verheugen (SPD) gab sich zufrieden. Das Verfassungsgerichtsurteil habe eine „positive Signalwirkung“ für das zweite Referendum in Irland. Der Europaabgeordnete Jo Leinen (SPD) lobte zwar ebenfalls das klare Ja zum Vertrag, sprach aber auch von einer „Integrationsbremse“, da die Mitsprache von Bundestag und Bundesrat künftig Entscheidungen verzögern könnten.
Das Bundesverfassungsgericht hatte Deutschlands Zustimmung zum EU-Reformvertrag grundsätzlich gebilligt. Die Richter verlangten jedoch, dass Bundestag und Bundesrat im Begleitgesetz zum Reformvertrag mehr Mitsprache bei der Übertragung von Rechten an die EU eingeräumt werden müsse. Der Vertrag wird erst wirksam, wenn die Ratifikationsurkunden aller 27 EU-Staaten in Rom hinterlegt sind. Der Bundestag wird am 26. August und am 8. September zu Sondersitzungen zusammenkommen, um das geforderte Begleitgesetz zu verabschieden. Der Bundesrat soll am 18. September abschließend entscheiden.
Text: F.A.Z.
Bildmaterial: dpa
Duits Grondwettelijk Hof: 'Als de EU een staat wordt moet Duitsland eruit stappen'
Op 30 juni 2009 maakte het Duitse Grondwettelijk Hof zijn lang verwachte oordeel over het Lissabon-verdrag bekend. Om de gapende leegte in de Vlaamse mediaberichtgeving wat op te vullen volgt hier in vertaling een stuk waarin Prof. Dr. Paul Kirchhof het oordeel toelicht en duidt. Het verscheen op 4 juli 2009 in de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Een eerste oppervlakkige lezing van het oordeel (en ook de karige berichtgeving in de Vlaamse pers) kan de indruk wekken dat het Hof maar weinig voorbehoud maakte bij het Lissabon-verdrag. De rechters oordeelden immers dat het verdrag niet strijdig is met de Duitse grondwet. Wel moet het Duitse parlement een begeleidende wet volledig herwerken, die de rol van Bundestag en Bundesrat (het parlement, dus) 'na Lissabon' regelt. Pas daarna mag het verdrag geratificeerd worden.
Maar het oordeel is ingrijpender dan de eerste euforische reacties konden doen vermoeden en betekent meer dan gewoon een paar maanden uitstel van ratificatie. Met het Lissabon-oordeel (1) herdefinieert het Duitse Grondwettelijk Hof de machtsverhoudingen tussen de soevereine staat Duitsland en de EU, (2) zet het een rem op de toekomstige overdracht van bevoegdheden naar de EU, (3) kent het zichzelf een actieve rol bij dat proces toe. Maar vooral (4) legt het oordeel - naar mijn weten voor het eerst - formeel het eindpunt van de Europese eenmaking vast: de EU is (slechts) een gemeenschap van soevereine staten. Als de kerncompetenties en de identiteit van de Duitse staat door nieuwe bevoegdheidstransfers uitgehold worden (lees: als de EU de kernbevoegdheden van een staat krijgt), moet Duitsland uit de EU stappen.
Het Hof kent het Duitse parlement een feitelijk vetorecht toe op gebieden die volgens het Lissabon-verdrag exclusieve EU-bevoegdheden moesten worden (bvb. militaire EU-operaties buiten de EU). Tegelijk beperkt het Hof de in het Lissabon-verdrag ingebouwde mogelijkheden om in de toekomst lidstaatbevoegdheden naar de EU over te hevelen zonder dat een nieuw verdrag nodig is (en dus zonder de toestemming van alle lidstaatparlementen). In tegenstelling tot bvb. België zal in Duitsland het parlement zijn toestemming moeten geven voor elke nieuwe bevoegdheidsoverdracht naar de EU, ook al is die in het Lissabon-verdrag voorzien. Hetzelfde geldt wanneer de EU-raad meerderheidsbeslissingen wil invoeren waar vandaag de unanimiteitsregel geldt.
Het oordeel sterkt de macht van het Duitse parlement en dus van de Duitse staat in het proces van voortschrijdende EU-integratie. Bovendien waarschuwen de rechters in Karlsruhe expliciet dat ze al te verregaande bevoegdheidsoverdrachten desnoods zelf zullen tegenhouden. Kortom, met zijn oordeel plaatst het Grondwettelijk Hof de Duitse nationale soevereiniteit vandaag en in de toekomst boven de EU-soevereiniteit.
Home 
