Het voorstel om alle nog echt Belgische brouwerijen te verenigen in een samenwerkingsverband is een zeer goed idee. Bestaat er niet al zoiets? Inbev wordt inderdaad minder en minder Belgisch. Laten we eindelijk eens werken aan een visie voor België op lange termijn ! foto Express.beDE STANDAARD
Tappen uit een ander vat * zaterdag 23 januari 2010
*
* Auteur: Lieven Sioen
Primus Haacht voor de stakers van AB Inbev —
Brouwerij Haacht profiteerde deze week handig van de staking bij AB Inbev om zijn Primus pils in de kijker te zetten. Twintig jaar geleden waren Primus Haacht en Stella Artois gelijkaardige brouwerijen. Vandaag staan David en Goliath voor twee compleet tegenovergestelde bedrijfsfilosofieën. ‘We hebben op onze hoofdzetel nog nooit mensen afgedankt wegens herstructurering.'Het bier vloeide rijkelijk donderdagnacht aan de poorten van de AB Inbev-brouwerij in Leuven, en het mocht weer Stella zijn nu het sociaal conflict van de baan is. Met hun blokkade hadden de werknemers immers niet alleen de drankhandels drooggelegd, ze waren ook zelf van hun favoriete bier verstoken. De directie van Leuven had de stakers dinsdag verboden om nog langer Stella of Jupiler uit de depots van de brouwerij te halen. Eén telefoontje tussen vakbondslui zorgde daarop voor een stunt waar niet iedereen aan het piket onverdeeld gelukkig mee was. Een vrachtwagen van de concurrerende Brouwerij Haacht leverde een krat vol blikjes Primus. ‘Even lekker', zeiden vakbondsmannen voor de draaiende camera's. Het leverde de brouwerij van Haacht onbetaalbare publiciteit op. Eerder op de week had Brouwerij Haacht al in alle kranten een paginagrote advertentie geplaatst voor Primus, als alternatief voor Stella of Jupiler. ‘Brouwerij Haacht is een écht Belgische, familiale en onafhankelijke brouwerij', stond erbij.
Brouwerij Haacht ligt op twintig minuutjes van Leuven, en brouwt niet alleen een ander bier dan AB Inbev, het huldigt ook een compleet ander bedrijfsmodel dan de multinational uit Leuven. Hoofdaandeelhouder en gedelegeerd bestuurder zijn er nog verenigd in één en dezelfde persoon, de 76-jarige baron Frédéric van der Kelen, die sinds 1968 het bedrijf leidt en tot vandaag het laatste woord houdt in alle belangrijke beslissingen. De nog zeer kranige bestuurder staat erop me rond te leiden in de brouwerij die zijn grootvader Eugène De Ro in 1898 uit de grond stampte.
Naarmate de brouwerij groeide, kochten DeRo en zijn nakomelingen aandelen op. Vandaag bezit de familie zo'n tachtig procent van de aandelen van Co.Br.Ha, de vennootschap boven brouwerij.
Frédéric van der Kelen ontkent de mediaberichten over een historische rivaliteit met de familie de Spoelberch, van Stella Artois. ‘We zijn altijd vriendschappelijk met elkaar omgegaan.' Veel moeilijker, geeft hij toe, lag de relatie met de familie Van Damme van Piedboeuf, de vroegere brouwerij van Jupiler. Piedboeuf had sinds de jaren zeventig een participatie van 35% in Co.Br.Ha. Tien jaar lang botsten op de algemene vergaderingen twee bedrijfsvisies: expansie en modernisering versus lokale verankering en het behoud van familiaal karakter. ‘Op elke algemene vergadering drongen ze erop aan dat we onze participatie aan hen zouden verkopen', zegt Van der Kelen. ‘Ons antwoord was: nooit.'
‘Na de fusie van Piedboeuf met Stella Artois tot Interbrew beseften de aandeelhouders van Interbrew dat we Primus nooit zouden verkopen. In 1997 hebben we zelfs de participatie van Interbrew in Haacht op een collegiale manier kunnen overkopen.'
Sindsdien is Brouwerij Haacht zo goed als volledig onafhankelijk. Op de Belgische biermarkt bekleedt de brouwerij de derde plaats, na de multinationals AB Inbev en Alken Maes, dat eigendom is van Heineken. In volume is ook Martens-Bocholt groter, maar die brouwerij brengt weinig eigen merken op de Belgische markt, en brouwt vooral supermarktmerken.
Binnen de internationale context is Brouwerij Haacht echter een kleine garnaal naast AB InBev of Heineken. Het is ook in naamsbekendheid hoe langer hoe moeilijker om tegen die reuzen op te boksen. ‘Er wordt de laatste jaren nog bijna uitsluitend over Inbev gesproken', zegt Frédéric van der Kelen. ‘Ze mogen dan wel vijftig tot zestig procent van de Belgische markt in handen hebben, daarnaast zijn er nog honderd andere, écht Belgische familiale brouwers. En daartussen zitten vier horecapilsbrouwers, wijzelf en Roman, Bockor en Bavik, die minstens even goed bier brouwen als AB Inbev, maar waar nooit over wordt geschreven. Vandaar dat we van de staking bij AB Inbev gebruikt hebben gemaakt om onszelf in de kijker te stellen.'
Sympathieke actie, maar het zal nog moeten blijken of Primus daarmee aan marktaandeel zal winnen. Op de Belgische markt is AB Inbev zeven keer groter dan Primus, Alken Maes zo'n anderhalve keer zo groot. Critici zeggen dat Brouwerij Haacht de boot van de internationale groei heeft gemist. En dat in de hyperconcurrentiële biermarkt de wet geldt van eten of gegeten worden. ‘Ze zeggen al van in de jaren zestig dat we zullen verdwijnen, maar we hebben ons altijd kunnen aanpassen aan de evolutie van de markt. Mijn ervaring is dat het gevaarlijk is om je door een grotere concurrent te laten overnemen. Onvermijdelijk verlies je je eigenheid, of word je opgedoekt.'
Geen windeieren
Terug naar Leuven. Daar was donderdag het sociaal conflict bij AB Inbev even plots als onverwacht opgelost. De directie plooide voor de eisen van de vakbonden. Daarmee is de herstructurering op zich niet van de baan, maar voortaan mogen de vakbonden mee aan tafel zitten.
De patstelling was voor geen van beide partijen nog lang vol te houden. De blokkade begon AB Inbev commercieel veel pijn te doen. En waarschijnlijk drong tot de directie door dat het sterke merk ‘Brewed in Belgium' schade dreigde te lijden. Het was dan ook lang geleden dat een staking zoveel sympathie bij de publieke opinie kon opwekken. Stella leek niet langer het bier van hier, maar slechts een internationale brand; Leuven niet meer de bakermat van de groep, maar een van de vele, onderling inwisselbare productiesites; en bierbrouwen leek geen traditie meer, maar een puur economische activiteit waarbij winstmaximalisatie vooropstaat.
Kop van jut was de Braziliaanse ceo Carlos Brito. De man heeft de reputatie een geniale bankier te zijn. Maar om de monsterschuld af te betalen voor de overname van het Amerikaanse Anheuser Busch, moet nog meer gesnoeid worden in de kosten dan de voorbije jaren al is gebeurd. ‘Ze zijn beginnen snijden in het vet, daarna in het vlees en nu willen ze ook in het merg het mes zetten', zegt ACV'er Koen Delaey. Het is dus maar de vraag of met het bereikte akkoord de sociale rust terug is. Aan het piket laten de vakbondslui zich niet verblinden door de euforie van het moment. ‘Morgen staan we weer met onze voeten op de grond', zegt Luc Gysemberg. ‘Deze actie is zo geëscaleerd omdat de sociale verhoudingen binnen het bedrijf al vijf jaar aan het verzuren zijn.'
Nochtans heeft de spectaculaire groei van Interbrew tot AB Inbev de Belgische vestigingen geen windeieren gelegd. AB Inbev is een van de laatste Belgische multinationals, althans op papier. De merken Stella, Hoegaarden en Leffe worden in alle hoeken van de wereld gedronken en de brouwerijen van Leuven en Hoegaarden zagen dankzij de export hun volumes exponentieel toenemen.Maar groeien heeft een prijs, die mee door de Leuvense werknemers wordt betaald. Er wordt fors gesnoeid in de kosten en alle niet-kernactiviteiten worden afgestoten. Bovendien leeft ongerustheid over de algemene toekomstplannen voor Leuven. Het gros van het globaal management is in januari van Leuven naar New York verhuisd. Aan de stakerspost werd zelfs het ondenkbare gevreesd: dat Stella op termijn Leuven helemaal verlaat.
Lokale verankering
In Haacht bestaat dat gevaar niet. Frédéric van der Kelen gaat prat op de lokale verankering. Ook bedrijfsmatig gaat Primus bewust tegen de tijdgeest in. Outsourcen gebeurt er amper. Brouwerij Haacht heeft nog een eigen garage, een schrijnwerkerij en heeft zelfs architecten in dienst, voor de aankleding van de Primus-cafés. Het behoudt zijn eigen wagenpark, stuurt eigen loodgieters voor onderhoud naar de klanten en blijft fors investeren in de uitbouw van een netwerk van horecazaken. In zo'n vierduizend cafés wordt Primus uit het vat getapt. Hoeveel panden de groep effectief in bezit heeft, wil Frédéric van der Kelen niet kwijt. ‘Niet het aantal telt, wel de locatie en de omzet. Zo zijn we zeker dat we daar de komende jaren aanwezig blijven. Het zijn dure investeringen, maar daardoor behouden we onze Belgische marktpositie. Die neemt zelfs lichtjes toe.'
Op beleggersforums wordt Brouwerij Haacht oubolligheid en weinig dynamisch management verweten, maar door alle activiteiten binnen eigen huis te houden, kan het bedrijf wel sinds 1923 ononderbroken een dividend uitkeren en een kleine vierhonderd mensen tewerkstellen. Nogal wat van hen werken van grootvader tot kleinzoon voor het bedrijf. Sociale onrust is de brouwerij vreemd. ‘We hebben op onze hoofdzetel nog nooit mensen wegens herstructurering afgedankt', zegt Frédéric van der Kelen. ‘In 2002 hebben we een nieuwe bottelarij gebouwd. Daardoor hadden we twintig personeelsleden in overtal. We hebben voor al die mensen een plaats elders in het bedrijf gezocht, al was het om het park te onderhouden.'
Noblesse oblige, maar kun je zo'n filosofie volhouden in een krimpende biermarkt, met een reus als AB Inbev als directe concurrent? In 2008 daalde de bedrijfswinst van Brouwerij Haacht met 28%. ‘Dit jaar gaat ze voor 100% vooruit', repliceert Van der Kelen. ‘Het is moeilijk, maar onze export loopt relatief goed en we diversifiëren in onze producten. Vorig jaar hebben we een eigen koffiemerk gelanceerd, Fuerto. We hebben ons contract voor de distributie van Pepsi pas vernieuwd en we beschikken in Frankrijk over een wijnkasteel, waarvan we de producten in onze horecazaken verkopen. Op die manier verhogen we de omzet per verkooppunt.'
Hoewel beursgenoteerd, staat Primus niet onder druk van zijn aandeelhouders om haar politiek te laten dicteren door beurskoersen. Die beursnotering, op Alternext, is een erfenis uit het verleden. Co.Br.Ha is in 1923 op de beurs gegaan en Frédéric van der Kelen ziet geen reden om er af te gaan. Met tachtig procent van de aandelen in familiebezit, was het bedrijf ook minder kwetsbaar voor speculatie tijdens de beurscrisis. Grote koerswinsten op korte termijn zitten er echter ook niet in. Ter vergelijking: Carlos Brito stuwde het AB Inbev-aandeel op een jaar tijd van 10 euro op tot de huidige 35 euro. Dan is voor veel beleggers de keuze tussen een aandeel van Co.Br.Ha of AB Inbev snel gemaakt. ‘Er wordt geschreven dat Brito een schitterende bankier is, maar dat hij nog moet bewijzen dat hij ook kan brouwen', reageert Frédéric van der Kelen.
‘Wij hebben een heel andere filosofie van leven en van brouwen, waarbij kwaliteit en een goed sociaal klimaat centraal staan. Onszelf blijven, daar vechten we voor.'Reacties
Alle 7 reacties
Op 23 januari 2010 omstreeks 14u53, zei Guido Janssens:
Dat de nog ongeveer honderd echte Belgische familiale bedrijven zich nu eens zouden verenigen in een consortium 'Independent Brewers of Belgium'. Niet om te fusioneren maar om aan gezamenlijke internationale marketing te doen voor 'True Belgian Beer'. Het zou me niet verwonderen dat het marktaandeel er over een tiental jaren heel anders zou uitzien. In het voordeel van de laatsten weliswaar. * Bedankt voor uw stem - 8 stemmen
* Reageer op dit bericht
* Verwittig moderator
Op 23 januari 2010 omstreeks 15u24, zei Robert Fetter:
Bier met liefde gebrouwen, drink men met verstand! En met je hart. Gewoon vanaf vandaag definitief die brouwende geldwolven voorgoed (!) laten vallen en enkel nog kiezen voor die familiale brouwerijen. ZIJ verdienen een goed voortbestaan en belonen u met een rijke keus uit bijzondere bieren. Bezoek ook er maar eens zo'n familiale brouwerij tijdens een opendeurdag en u vóelt (en proeft, haha) direct waarom deze keus de juiste keus is.
* Aanraden - 4 stemmen
* Reageer op dit bericht
* Verwittig moderator
Op 23 januari 2010 omstreeks 15u32, zei Liza Peeters:
Een paar maanden geleden merkte ik tot mijn grote verbazing hier in de supermarkt Belgisch bier op. Hier, dat is Honduras. En raad eens: het was Stella, Hoegaarden, en Leffe!