Zou er een beetje ongerustheid sluipen in de rangen van onze tegenstrevers? Het zou kunnen. Iedereen staat met alle batterijen klaar om elk woord van de N-VA onder een vergrootglas te leggen en alles in twijfel te trekken. Iets anders hadden we niet verwacht. Neem nu die zogenaamde 500.000 banen die er op Belgisch niveau zouden moeten bij komen. Onmogelijk? Sprookjes? Loze beloften?
Het gaat natuurlijk niet om een belofte van de N-VA. Dat staat ook niet in ons verkiezingsprogramma. Het gaat gewoon om een berekening van wat België zou kunnen bereiken op het vlak van banen als we nu eindelijk eens de Lissabon-doelstelling zouden kunnen benaderen. Het gaat dus helemaal niet om de klassieke beloften die men in kiesperiodes placht te maken. Honderdduizenden banen zijn mogelijk, maar daar is heel wat voor nodig. En de N-VA zegt niet dat al die banen er in 2015 zullen zijn, maar dat moet wel het streefdoel blijven. Kom je er niet tegen die ambitieuze datum, dan moeten we gewoon verder werken.
Hoe zit dat nu ineen? Al vele jaren klagen alle deskundigen in dit land erover dat de werkzaamheidsgraad veel te laag is. We moeten die op het Europees gemiddelde brengen. Als je dat omrekent in cijfers, betekent dat inderdaad dat binnen 5 jaar 500.000 mensen meer aan het werk zijn. Iedereen zegt wel A, maar als we plots B horen, dan schrikt iedereen en willen we al gauw alle ambities opbergen. De N-VA past voor dat gebrek aan moed. Als je zegt dat het nodig is, moet je ook alle maatregelen nemen om dat te bereiken. Er wordt gemakkelijk “jobs, jobs, jobs” geroepen, maar meestal doet men “niets, niets, niets”.
De vorige Belgische regeringen hebben probleemloos de Europese doelstelling om te komen tot een werkzaamheidsgraad van 70% tegen 2010 onderschreven. België is een groot voorstander van ambitieuze doelstellingen voor groei en jobs. Maar deze Europese doelstellingen zijn zeer aanbevelenswaardig en prachtig, zolang we ze maar niet vertalen naar Vlaams of Belgisch niveau. Dan is het altijd weer onmogelijk, zijn het dromen, loze beloften en meer van dat. Het zegt veel over het defaitisme en immobilisme die tot de Belgische cultuur behoren. Blijkbaar moet de lat gelegd worden op het niveau waar we er zeker over geraken: op de grond…
Daar wil de N-VA mee breken. Als we de huidige schamele Belgische werkzaamheidgraad van 62% kunnen verhogen tot 67%, dan staat dat inderdaad voor honderdduizenden banen. En dan ligt de lat nog niet eens zo hoog, want die 67% ligt nog 3% onder de Lissabon-doelstelling, die België zo gretig heeft onderschreven tegen… 2010.
Tijdens de jaren van hoogconjunctuur is de werkzaamheid in de rest van de Europese Unie veel sneller gegroeid dan in België en Vlaanderen. Tussen 2000 en 2008 steeg die met + 2,2 procentpunten bij ons, tegenover +3,3 procentpunten gemiddeld in Europa. Onze achterstand op onze buurlanden en voornaamste handelspartners is de voorbije jaren dus groter geworden. België heeft dus dringend een inhaalbeweging nodig!
Als we niet eens meer de Europese middenmoot mogen nastreven, kunnen we beter meteen de boeken sluiten.
Zal dat vanzelf gaan? Natuurlijk niet. Er zijn tal van voorwaarden aan gekoppeld. De N-VA stelt niet één maatregel voor om er te geraken maar een hele Copernicaanse omwenteling.
Er is een structurele loonlastverlaging voor de laagste lonen nodig, zoals het Planbureau trouwens voorstelt.
We moeten allemaal langer werken zodat we elk jaar de gemiddelde pensioenleeftijd met enkele maanden kunnen optrekken. Het verschil tussen de wettelijke pensioenleeftijd, die voor ons op 65 jaar moet blijven, en de reële gemiddelde pensioenleeftijd moet kleiner worden.
Er is een strikter activeringsbeleid nodig en de deelstaten moeten er de volle verantwoordelijkheid voor krijgen.
Regionalisering van het doelgroepenbeleid, in plaats van de federale banenplannen, om een maximaal werkgelegenheidseffect te bereiken.
De RSZ-bijdragen voor kinderbijslag en gezondheidszorg moeten geleidelijk aan uit de loonkost gehaald worden en vervangen door een volksverzekering die door de algemene middelen gefinancierd wordt en niet langer uitsluitend op arbeid. Vandaag zijn we immers wereldleider op vlak van de lasten op arbeid.
We zorgen ook voor een verlaging van het vennootschapsbelastingtarief.
Die maatregelen zijn niet de klassieke cadeaus in verkiezingstijden. Het zijn ook inspanningen voor iedereen. Langer gaan werken is bijvoorbeeld geen belofte van een ‘hemel op aarde’. Het staat zelfs haaks op de bestaande arbeidscultuur in België. Maar we moeten het wel doen omdat er geen andere keuze is. En het kan alleen maar tot enig succes leiden als er eindelijk een grote staatshervorming komt in de confederale zin. Anders is het weer de stilstand en dan zijn het inderdaad nul banen. Mogen we nog iets meer durven dan het status quo?
Jan Jambon
http://www.n-va.be/nieuws/column/moet-de-lat-op-de-grond