Een handvest voor VlaanderenWe zijn dus een natiebron:
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=PO3QFHCRIs Vlaanderen een natie? Misschien, het hangt er maar van af. Toch is het Vlaams handvest geen banaal document, stelt MARC REYNEBEAU vast. Het is nationalistisch van inspiratie, het voert de 'gulden regel' in en maakt een federale kieskring onmogelijk.
Iedereen kent het tafereel. Een jongetje zet een kookpot op het hoofd en neemt er een pollepel bij. 'Ik ben een ridder', zegt hij. Inderdaad, nu hij dat zegt, zien de huisgenoten het ook. Door die woorden ontstaat een nieuwe realiteit: de pot wordt een helm, de pollepel een knots en het jongetje een ridder. Maar hij had zich net zo goed als cowboy of ninja kunnen verkleden. Het blijft een rollenspel. En de voorstelling duurt net zo lang tot moeder (m/v) zegt dat ze nu graag wil gaan koken.
Zo is het ook met de 'natie' in het ontwerp van handvest van de Vlaamse regering. Of Vlaanderen een natie is, hangt af van de definiëring van die term. En daarover lopen de meningen uiteen. Zeker, Vlamingen vormen een politieke en een communicatiegemeenschap. Maar maakt dat hen tot een natie? Die gemeenschap kan nooit exclusief Vlaams zijn. Al is het maar omdat de meeste Vlamingen, zoals bekend, een gemengd en gelaagd identiteitsbesef koesteren, waarin ze zich in meerdere gemeenschappen of 'naties' thuis voelen.
Ook juridisch is dat zo. Net dit ontwerp van handvest toont dat aan, want het somt rechten en plichten en normen en waarden op, waaraan maar weinig Vlaamse specificiteit vasthangt. Het is vooral een resumé van Europese en Belgisch-federale regels. Overigens rekent de federale grondwet de Vlamingen al tot een Belgische en institutioneel-democratische 'natie', die waar alle machten van uitgaan.
Het ontwerp van handvest heeft het overigens maar één keer over de Vlaamse natie, en dan nog terloops, in de preambule. Die suggereert een definitie door te gewagen van 'een natie met een eigen taal en cultuur'. In de context van deze bijna-grondwet verraadt dat een klassieke nationalistische definitie. Maar bezit de Vlaamse natie wel die 'eigen' taal en cultuur? In algemene termen ongetwijfeld wel, maar die moeten dan wel zo algemeen worden gedefinieerd dat ze inhoudsloos dreigen te worden.
Technisch-juridisch geldt het al niet voor de taal; die deelt Vlaanderen met Nederland. En hoe specifiek is de 'eigen' cultuur? In Vlaanderen verschilt alvast de politieke cultuur, met zijn kabinetten of politieke benoemingen, maar in weinig van wat het ter zake van België erfde. Die claim van een 'eigen' cultuur suggereert het bestaan van een Vlaamse eenheidscultuur, maar hoe valt dat te rijmen met de culturele 'verscheidenheid' die door het ontwerp wordt gewaarborgd? Behoort wie in Vlaanderen tot een culturele minderheid behoort dan niet tot de Vlaamse natie? Of ligt die eigenheid net in de verscheidenheid? Zo ja, dan klopt de nationalistische definitie van het natiebegrip niet meer.
En de Vlaamse Brusselaar?
Het valt allemaal best te verklaren. Al beweert het handvest een internationale roeping te hebben, het kijkt niet verder dan zijn Belgische neus lang is. Met zijn claim op eigenheid wil het Vlaanderen alleen van de rest van het land doen verschillen. Het getuigt dus, in de engste betekenis, van een Vlaams-nationalistische wilsdaad om van dit type eigenheid uit te gaan. Dat leidt tot nog andere dubbelzinnigheden. Zo stelt de preambule nog dat Vlaanderen 'een duidelijk afgebakend grondgebied' heeft, een verwijzing naar de taalgrens. Want een onafhankelijke staat behoeft een eigen territorium. Maar wat dan met Brussel? Wel, daar heeft die afgebakende natie 'een sterke band' mee. Horen de Vlaamse Brusselaars dan niet tot de Vlaamse natie? Ligt de Vlaamse hoofdstad dan buiten het territorium van de natiestaat-in-spe?
Muggenzifterij, zeker, al moet een juridische tekst wel tegen meester Rieder bestand zijn. Maar het zal allemaal vast niet zo zijn bedoeld. Als dit ontwerp Vlaanderen een natie noemt, is dat niet meer dan een conventionele uitspraak. Ze behoort louter tot de politieke retoriek. We spreken het zo onder elkaar af en letten even niet op de details. Volstaan met het noemen van de term is wat in de taalfilosofie een performative speech act is. Het spreken is de daad zelf. Zoals het jongetje zegt: 'ik ben een ridder', zo is Vlaanderen een natie om geen andere reden dan omdat deze tekst dat stelt.
Zo spraken de Vlaamse meerderheidspartijen dat kennelijk onder elkaar af. Daar gingen lange onderhandelingen aan vooraf, want niet toevallig wilde alleen N-VA die natie er tot elke prijs in. Maar net dat Vlaanderen zo uitdrukkelijk een natie moest worden genoemd, geeft aan dat daar vooral onzekerheid, onduidelijkheid en verdeeldheid over heerst.
Mede daardoor is dit ontwerp niet meer dan een compromis, waarin de drie coalitiegenoten elk hun inbreng wilden hebben. Die is meestal ook herkenbaar. Dat is meteen de erfzonde ervan: veel discussie wilden de drie partijen er niet over - en om een of andere reden moest het plots allemaal snel gaan. Minister-president Kris Peeters vergiste zich dus toen hij dit document 'tijdloos' noemde. Het is slechts een politieke momentopname.
Het had nochtans voor de hand gelegen om zo'n fundamentele tekst te steunen op een brede consensus en niet louter te laten uitgaan van een toevallige meerderheid. Ooit is dat wel de bedoeling geweest. Het Vlaams Parlement riep daarvoor zelfs een bijzondere commissie in het leven, maar die stierf in 2006 een stille dood.
En BHV!
Niet dat er verder niets bijzonders in de tekst staat. Het ontwerp garandeert expliciet het stakingsrecht of de fiscale progressiviteit, wat de SP.A als de eigen inbreng claimt. Politiek nog betekenisvoller is dat de tekst de Europese 'gouden regel' overneemt: de begroting moet 'principieel' in evenwicht zijn. Dat is een Duits ideetje, dat ook het Italiaanse zakenkabinet tot het zijne maakte. In Frankrijk heeft de kiezer het dan weer, samen met de grote verdediger ervan, Nicolas Sarkozy, weggestemd omdat het uitgaat van de Europese bezuinigingslogica, die de voorbije weken net steeds meer op kritiek is gestuit.
Even opmerkelijk: 'geen kieskring mag de grenzen van het grondgebied van het Vlaams Gewest overschrijden', stelt het ontwerp. Hiermee neemt het al een voorschot op de splitsing van BHV. Maar het maakt het ook onmogelijk om in België ooit een federale kieskring in te voeren.
En al belooft dit ontwerp van handvest, alweer in zijn preambule, dat het de aanzet is voor een volwaardige Vlaamse 'grondwet' en dus voor een nog grotere Vlaamse autonomie, niemand hoeft te vrezen dat het ooit de basis kan leggen van een Vlaamse onafhankelijkheidsverklaring. Zeker twee artikelen staan dat in de weg: 'de Vlaamse Regering heeft geen andere macht dan die welke haar bij of krachtens de federale Grondwet uitdrukkelijk worden toegekend' (artikel 68), en de verplichting voor Vlaamse parlementsleden om de eed 'Ik zweer de Grondwet na te leven' af te leggen (74) - en daarmee kan alleen de Belgische grondwet zijn bedoeld.