Niet slecht !
DS
De Belgische ziekte
* donderdag 16 juli 2009
*
* Auteur:
PARTICRATIE HEERST IN ALLE GEWESTEN — Politici doen in België niet wat goed is voor de kiezer, maar wat goed is voor hun partij, schrijft WALTER ZINZEN. Dus wordt een lichtgewicht als Joke Schauvliege met een ministerpost beloond voor hard werk in dienst van haar CD&V en heeft SP.A liever een gehoorzame minister van Onderwijs zonder kennis van zaken dan een goede met een eigen mening.
Vaak wordt gezegd dat België niet één land is, maar slechts een samenvoeging van gewesten, die weinig tot niets (meer) met elkaar gemeen hebben. Wie dit denkt, vergist zich grondig. Het schouwspel dat we na 7 juni in zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel hebben meegemaakt, bewijst dat op zijn minst één Belgische ziekte onuitroeibaar voortwoekert omdat de patiënt niets doet om te genezen. Integendeel, hij doet er alles aan om de ziekte te bestendigen. Haar naam: particratie.
De verkiezingen en de daarop volgende vorming van de gewestregeringen hadden een feest van de democratie moeten zijn. In de plaats daarvan werden we vergast op een feest van het partijbelang, net zoals dat in het oude België altijd al het geval is geweest. Het is natuurlijk al begonnen met de lijstvorming. Met kandidaten die wel stemmen wilden behalen maar niet de bedoeling hadden hun mandaat op te nemen en dus hun kiezers een lange neus zetten, van Jean-Marie De Decker tot Yves Leterme. Het ging voort met de parlementen, die wel bijeenkwamen maar geen klap uitvoerden zolang er geen regeerakkoord was. Die regeerakkoorden zijn er nu, maar ze werden overal op dezelfde wijze goedgekeurd: door partijcongressen. Pas nadien konden de volksvertegenwoordigers een debatje houden, maar er werd braaf gestemd zoals dat door de partijen was bepaald.
Ook de regeringen worden in de drie gewesten op identieke wijze gevormd. Overal zijn het de partijvoorzitters, al dan niet gesteund door duistere figuren op de achtergrond, die de ministers benoemen.
Sterker: ook de fractievoorzitters worden aangewezen door de partijleiding. En nog sterker: over de voorzitters van de parlementen wordt, net zoals op federaal vlak, beslist tijdens de regeringsonderhandelingen. Kan men zich dat voorstellen, dat de voorzitter van de assemblee die de regering moet controleren, door de regering zelf wordt aangesteld? Jan Peumans mag dan roepen dat hij ervoor zal zorgen dat het parlement de ministers op de huid zal zitten, feit blijft dat hij zijn nieuwe functie als compensatie heeft gekregen omdat hij uit de regeringsboot is gevallen. Peumans is niet gekozen door zijn collega's-volksvertegenwoordigers maar door de leiding van de N-VA. Zoals Patrick Dewael tot kamervoorzitter benoemd is door de Open VLD omdat hij niet kon aanblijven als federaal minister. Maar het kan nóg erger: het bureau van het Vlaams parlement is uitgebreid om er zeker van te zijn dat de oppositie er altijd in de minderheid blijft. Kan het particratischer?
Verbazend toch hoe degenen, die om het hardst roepen dat het Belgisch niveau niet meer functioneert, de lelijkste van alle Belgische ziektes, de politisering, koesteren om de eigen machtspositie te consolideren. Verbazend ook hoe media en publieke opinie zowel in het noorden als in het zuiden des lands dit alles volstrekt normaal schijnen te vinden. Maar het meest verbazende is dat de parlementsleden zelf volstrekt kritiekloos de richtlijnen van hun partijhoofdkwartieren volgen. Enfin, verbazend is het alleen maar op het eerste gezicht. Want wat kun je anders verwachten van een parlement dat volgepropt is met opvolgers en dus met lieden die niet de kiezer maar hun partijvoorzitter de hielen moeten likken?
Wat een prachtige kans hebben ze niet gemist om zich als ware democraten te gedragen! Nu er in het Vlaams parlement weer een echte oppositie is, hadden de parlementairen dààr toch een voorzitter kunnen zoeken, mevrouw Vanderpoorten bijvoorbeeld? In échte democratieën zoals bij onze noorder- en oosterburen is het niet ongewoon dat iemand van de oppositie de volksvertegenwoordiging voorzit. De kans op manipulatie door de regering is dan uiteraard veel kleiner. Dat is dan ook precies de reden waarom zo'n constructie ondenkbaar is in België, in Vlaanderen, in Wallonië, in Brussel.
Ook wat de benoeming van de ministers betreft laten de gekozenen van het soevereine volk het volledig afweten. Waarom organiseren ze geen hoorzittingen, naar Amerikaans voorbeeld, om de kandidaat-ministers vakkundig op de rooster te leggen en pas nadien hun instemming met de benoeming te betuigen? Het zou de kwaliteit van onze regeerders ten goede komen. We mogen tenminste aannemen dat een toekomstig minister van Cultuur, die op de vraag of ze wel eens een boek leest, antwoordt dat ze twee kindjes heeft (in Terzake), wellicht niet de meest geschikte bekleder voor dit ambt is? En misschien kunnen échte parlementariërs haar er ook eens op wijzen dat een ministerportefeuille geen 'beloning' is, maar een opdracht om 'hard te werken', en wel ten dienste van de gemeenschap en niet van de partij? Misschien is er zelfs een intellectueel te vinden (Frank Vandenbroucke?) die haar erop wijst dat het woord 'minister' dienaar betekent? Ik ben toch niet de enige die een klamme hand rond zijn hart voelt als hij dit lichtgewicht hoort kakelen?
Maar neen, de parlementsleden zwijgen en aanvaarden de benoemingen die hun voorzitter uit de hoge hoed heeft getoverd. Niet de bekwaamheid telt, zelfs niet het behaalde aantal stemmen, maar de hondse trouw aan de partijtop, verkeerdelijk loyaliteit genoemd. Één van die parlementsleden heeft het onbeschaamd maar openhartig geformuleerd, toen hem de vraag werd gesteld of Frank Vandenbroucke al dan niet minister moest blijven. De rijzende ster van de SP.A, ene John Crombez uit Oostende, zei er toen dit van: 'Caroline Gennez zal voor de ploeg gaan die het best is voor de partij. Als het het beste is voor de partij zonder Frank, dan is dat zo.'
Het beste voor de partij! Als Caroline Gennez denkt dat op onderwijs iemand moet zitten die daar totaal geen verstand van heeft omdat zulks goed is voor de partij, dan is dat zo. Of het ook goed is voor het onderwijs: dat zal de heer Crombez worst wezen. Het is kennelijk ook worst voor alle andere politici, tot welke partij ze ook behoren, want enig woord van kritiek is niet vernomen. Ook niet in Wallonië of Brussel. Want België is als de Drievuldigheid: één land en drie gewesten. En allemaal in hetzelfde bedje ziek.
Walter Zinzen is oud-VRT-journalist.