Op 20 april voerden de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens en zijn Rotterdamse evenknie Ahmed Aboutaleb een burgemeestersdebat in de Bourlaschouwburg. Aboutaleb immigreerde met zijn familie uit Marokko naar Nederland toen hij 15 jaar was. Hij leerde vlug Nederlands, deed hogere studies en vond zijn weg op de arbeidsmarkt. De eerste stappen in de politiek zette hij via Lijst Pim Fortuyn om dan via de PVDA pijlsnel carrière te maken.
Rotterdam is een internationale havenstad waar 174 nationaliteiten samenwonen. Aboutaleb ziet het als zijn belangrijkste opdracht om die aan elkaar te smeden en legt daarbij de vinger op de wonde: 'Autochtonen zijn bang om iets te verliezen. Allochtonen zijn bang om mee te doen. Zullen ze geaccepteerd worden? Zullen ze niet verstoten worden door hun eigen gemeenschap?'
Antwerpen is een internationale havenstad met 177 nationaliteiten en kroont zich daarmee tot de meeste internationale stad ter wereld. Net als Rotterdam kijkt Antwerpen aan tegen een demografische evolutie waarbij binnen een tiental jaar de meerderheid van de inwoners zal bestaan uit allochtonen (mensen die zelf niet in het land geboren zijn of waarvan de ouders zijn ingeweken).
In die context was het Aboutaleb opgevallen dat Antwerpen geen enkele schepen van allochtone origine in het college heeft. Janssens erkende dit als een probleem, maar verdedigde zijn keuze: 'In de partijfracties werken allochtonen, maar die hebben te weinig bestuurservaring. Ik heb geopteerd voor het sterkste team.' Aboutaleb vond dit geen geldige uitvlucht.
De man was daarmee nog heel vriendelijk. Antwerpen heeft diverse gemeenteraadsleden van allochtone origine die kunnen bogen op een jarenlange ervaring als parlementslid of op belangrijke professionele functies. Veel allochtone kandidaten halen ook steevast puike scores bij de gemeenteraadsverkiezingen. In 2003 moest de SP.A zelfs vijf vrouwelijke gekozenen, waarvan drie allochtone, overtuigen ontslag te geven om een 'ervaren' autochtoon in de gemeenteraad en het schepencollege te kunnen loodsen.
Bij de bewering van de burgemeester kunnen dus toch enkele vraagtekens worden geplaatst. Bovendien is gebrek aan bekwaamheid het argument dat een socialist nooit ofte nimmer zou mogen gebruiken tegen de bestuursparticipatie van een bevolkingsgroep. Het ontstaan van de socialistische partij in 1885 hangt immers onlosmakelijk samen met de strijd voor het algemeen stemrecht. Tot dan was stemrecht gereserveerd voor de rijke burgerij via het cijnskiesrecht. Die zag het niet zitten dat de onwetende volksmassa verantwoordelijkheid zou dragen voor het bestuur. Of om het met Charles Woeste te zeggen: 'Le suffrage universel, c'est la bêtise au pouvoir.'
Na de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht in 1893 (met meerdere stemmen voor wie tot de hogere klasse behoorde) zou er nog jaren politieke strijd nodig zijn tot men na de Eerste Wereldoorlog niet anders meer kon dan het algemeen enkelvoudig stemrecht in te voeren. Dat laatste gebeurde overigens in weerwil van de Belgische grondwet en werd in reactionaire kringen bijzonder slecht verteerd. De massademocratie maakte een machtsdeelname van de socialisten immers onvermijdelijk en wat kon dat zootje ongeregeld van onbekwamen en ongeletterden anders brengen dan onheil of revolutie? De BWP-fracties, die dankzij het algemeen enkelvoudig stemrecht flink aanzwollen, werden onverholen bespot wegens hun gebrek aan inhoudelijk werk, de zwakke samenhang, het absenteïsme en het drankmisbruik van sommige parlementsleden. Het gebrek aan kwalitatief politiek personeel was dan ook een reëel probleem voor de BWP. Maar wie denkt daar vandaag nog aan bij het horen van namen als Anseele, Vandervelde, Huysmans, Destrée, Laboulle, Wouters, Bouchery, Soudan, Merlot, Delattre, Balthazar, De Man of Spaak?
Toen de christendemocraat Frans Van Cauwelaert in 1921 een mystiek huwelijk aanging met de flamingante socialist Camille Huysmans om Antwerpen te besturen, voorspelden de reactionaire katholieken en liberalen hel en verdoemenis voor de stad. Tien jaar later werd Huysmans burgemeester in een coalitie met diezelfde liberalen.
Wie zijn geschiedenis kent, let dus wel even op vooraleer hij zegt dat een bepaalde bevolkingsgroep nog niet rijp is om bestuursverantwoordelijkheid te dragen. Het is best mogelijk dat de eerste generatie allochtone politici vaak bestond uit ad hoc geplukte individuen die louter omwille van de symboolwaarde en de allochtone stemmen werden aangetrokken. Maar Aboutaleb heeft overschot van gelijk dat we die fase anno 2010 al lang voorbij hadden moeten zijn in een stad als Antwerpen. (BDW)
Wat een verschil met de mentaliteit van de taalracisten die zich in Vlaanderen vestigen en geen Nederlands willen kennen!