Interessante tekst van politicoloog Dave Sinardet in De Standaard:
Slechte Québecois
* maandag 15 november 2010
*
* Auteur:
Een restaurant in Montréal, vorig weekend.
'Als er beter was geanticipeerd op de houding van de anderstaligen zou Québec het referendum over onafhankelijkheid van 1995 niet verloren hebben.'
'Je bedoelt de separatisten in Québec.'
'Huh?'
'Québec verloor het referendum niet, de helft van de Québecois was tegen onafhankelijkheid. Het waren de separatisten in Québec die verloren.'
'Ja, maar de regering was toen voor, dus ik zei het al: de regering van Québec heeft het referendum verloren.'
'Volgens mij zei je wel degelijk Québec.'
'Nee, ik ben vrij zeker dat ik wel degelijk de regering zei.'
'Ik dacht het niet, maar soit.'
Ietwat geamuseerd was ik getuige van deze gedachtewisseling tussen Alain en André, mijn disgenoten en collega's uit Québec, de ene een 'souverainist', de andere een federalist. Alain had wel degelijk gezegd dat Québec het referendum verloor, het is het soort verspreking dat mij ook niet ontgaat. Maar ik hield mij braaf buiten het dispuut. Het is doorgaans geen goed idee om je te mengen in de interne politiek van een bevriend land.
Het tafereel was nochtans zeer herkenbaar. Of ze nu uit Québec, Catalonië of Vlaanderen komen, nationalisten stellen hun natie graag voor als een homogeen geheel, zeker in de strijd voor autonomie. Doordat ze interne tegenstellingen weggommen of minimaliseren, eigenen ze zich iets te makkelijk iedereen toe die binnen de grenzen valt van wat ze als hun natie beschouwen.
Het creëren van die illusie zit ingebakken in de nationalistische logica. Want als je toegeeft dat er onder pakweg Vlamingen verschillende visies bestaan van wat het Vlaams belang is, hoe Vlaams is dat belang dan nog?
En valt die lastige incoherentie niet meer te ontkennen, dan durft men ze wel eens oplossen door niet-nationalisten dan maar verdacht te maken. Ziedaar 'de slechte Vlaming' (omdat die ook Belg is), het broertje van de slechte Catalaan (omdat die niet tegen Spanje is) en van de slechte Québecois (omdat die ook Canadees wil blijven). Maar hoewel die stigmatisering een ander beeld schept, vormen die verdorven exemplaren telkens de meerderheid in hun 'natie': uit onderzoek bij zowel Vlamingen, Catalanen als Québecois blijkt dat de meesten onder hen zich ook Belg, Spanjaard en Canadees voelt.
Maar terug naar Alain en André. Uit mijn schets van hun gesprek leidde u misschien af dat het nogal bitsig verliep, maar niets is minder waar. Amicaal is veeleer het woord. Hoewel in Québec nog altijd een militant nationalisme bestaat, is de dialoog tussen souverainisten en federalisten er doorgaans open en respectvol. Etiketten van 'mauvais québecois' worden niet snel opgeplakt.
Misschien omdat de 'nationale kwestie' vandaag wat bekoeld is. In 1995, ten tijde van dat fameuze referendum, lag het anders. Dat Québec... euh pardon... de souverainisten in Québec verloren met nauwelijks 55.000 stemmen (0,6procent), konden ze moeilijk verkroppen. Getuige daarvan de verklaring van Jacques Parizeau, toenmalig eerste minister van Québec, die een beschuldigende vinger uitstak naar 'les votes ethniques': de anderstaligen die door 'anders' te stemmen de wil van de Franstaligen hadden gedwarsboomd. Een mooie illustratie van de dubbele dynamiek van verdachtmaking en homogenisering: Parizeau zette de anderstaligen in de hoek van de slechte Québecois, en riep zo het beeld op van Franstaligen die wel als één man achter onafhankelijkheid stonden.
Een fout beeld, want ook veel Franstaligen stemden natuurlijk tegen. Bovendien is het nog maar de vraag waarop de anderen precies 'oui' hadden gezegd. De officiële referendumvraag sprak over soevereiniteit, nadat aan Canada een nieuw politiek en economisch partnerschap was voorgesteld. Een slimmigheidje van de separatisten, die vreesden potentiële 'ja'-stemmers af te schrikken als ze met volledige onafhankelijkheid kwamen aandraven. Hoewel dat partnerschap hoogst vaag en onzeker was, bleek het grote merendeel van de ja-stemmers begrepen te hebben dat ze hun Canadees paspoort en Canadese dollar zouden behouden.
Dat neemt niet weg dat er toen bij heel wat Québecois wel degelijk frustraties leefden, na verschillende mislukte pogingen tot het verkrijgen van meer erkenning via een Canadese grondwetswijziging. Ondertussen ijveren nationalisten in Québec daar al ruim 40 jaar voor. Tevergeefs, ondanks verschillende crisismomenten. Ze werpen dan ook wel eens jaloerse blikken naar hun Vlaamse (en Waalse) collega's, die in dezelfde tijdspanne liefst vijf substantiële staatshervormingen doorvoerden. Wie al veertig jaar op een grondwetsherziening zit te wachten, ziet drie jaar immobilisme al gauw als een luxeprobleem.
Dave Sinardet is politicoloog aan de VUB en de Universiteit Antwerpen. Zijn column verschijnt tweewekelijks op maandag.